Je weet niet wat je ziet,
je ziet niet wat je weet,
of wat je liever maar vergeet.
Wat je niet ziet, dat weet je niet.
Wie je niet bent, die ken je niet…
Herman van Veen schreef dit al in 1991. Maar ruim 25 jaar later kom ik het nog steeds elke dag tegen: hoe moeilijk het is om bij jezelf te zien wat je niet ziet.
Een praktijkvoorbeeld. Iemand wordt door zijn collega’s steevast betiteld als slim, voorkomend, flexibel en loyaal. Daarom is hij al jaren succesvol bij hetzelfde bedrijf. Toch komt hij nu, in de bloei van zijn carrière, voor het eerst licht in de problemen. Er is namelijk geen volgende positie voorhanden. Via via komt hij bij mij. We praten over mogelijke oorzaken en over het concreet vormgeven van zijn volgende stappen. Die mogen best grensverleggend zijn, zegt hij nog.
Hij vindt mijn aanpak solide en ons gesprek open en uitdagend, maar vraagt zich ook af of hij zo’n traject wel nodig heeft. Hij twijfelt lang en laat me dan weten dat hij toch kiest voor een wat vrijblijvender aanpak, bij iemand die hem door zijn vorige baas is aangeraden …
Gelukkig is het in dit geval nog goedgekomen. Vooral omdat ik hem op enig moment toch kon laten zien wat hij niet zag: dat de keerzijde van zijn eerdergenoemde sterke karaktertrekken juist is dat besluitvaardigheid en confrontatie bij hem minder ontwikkeld zijn. Daarom is hij geneigd, vooral als het spannend wordt, weer voor de veilige weg te kiezen. Terwijl er nu eigenlijk iets anders van hem wordt gevraagd.
Maar soms loopt het anders af. Dan vind ik het pijnlijk om te zien dat precies dat wat iemand in de ‘problemen’ heeft gebracht, ook voorkomt dat hij of zij de juiste hulp inschakelt om eruit te komen. Mijn advies is daarom in dit soort situaties een derde persoon in te schakelen. Iemand die jou echt goed kent en die jij vertrouwt en waardeert om zijn/haar eerlijkheid. En aan wie je expliciet vraagt om je te laten zien wat je misschien niet ziet. Om zo te zorgen dat jij wel over je schaduw heen kunt stappen.
Met dank aan Herman!
Comments are closed here.