Anders dan de veel bekendere midlife- variant, is de midcareercrisis een echte crisis. Een die raakt en onzeker maakt, maar ook uitdaagt tot de broodnodige transformatie.
We leven in ‘turbulent times’. Innovatie gaat sneller dan ooit, financiële en andere zekerheden nemen af en we werken langer door. Daardoor worden steeds meer mensen zich zo halverwege hun werkende leven bewust van hun professionele houdbaarheid. Ze voelen dat ze iets wezenlijks moeten veranderen om ook in de komende jaren succesvol en vervuld te blijven. Maar wat…en hoe?
Een ding is zeker: wil je je blijven onderscheiden, dan zul je jezelf af en toe opnieuw moeten uitvinden. Want wat jij 10 jaar geleden al deed kunnen jouw jongere collega’s nu ook, alleen sneller en met meer energie. Dus zul je steeds weer iets unieks moeten vinden of bieden wat past bij de stand van jouw ervaring, persoonlijke ontwikkeling, maatschappelijke positie en/of familieomstandigheden. En dat is hard werken. Maar doe je dat niet, dan word je daar vroeger of later door de markt op afgerekend.
Hoort daarbij dan ook een andere baan? Niet persé. Sommigen lukt dat binnen hun huidige positie, anderen vinden het in de organisatie waarin ze werken en weer anderen zoeken juist een heel nieuwe omgeving. In mijn praktijk kom ik ze allemaal tegen.
Maar voor de generatie die nu op – of net over – dat carrièrepunt is (Generatie X) blijft het schrikken. Zij groeiden immers op in de schoot van de babyboomers, waar ‘de bomen groeiden tot in de hemel’ en ‘werknemers verzorgd werden tot in het graf’. En die moeten nu alsnog omschakelen naar de zelfredzaamheid die de volgende generatie (Generatie Y) zo kenmerkt.
Misschien iets om over na te denken zo aan het begin van het jaar, want ook hier geldt: ‘Regeren is vooruitzien!’.
Comments are closed here.